donderdag 27 oktober 2022

vrijdag 14 januari 2011

Ons 5e project La Vache qui Rit Certiaux Villapourcon 2005-2014

La Vache qui Rit als Ruïne



dezelfde oostgevel in 2013


Nadat in 2003 Au Bout du Morvan was voltooid, vond mijn echtgenote dat ze voldoende huizen (16) had opgeknapt en wilde zij zich verder alleen nog maar bezig houden met de kleinkinderen, de (moes-)tuinen en af en toe wat meubels restaureren en echt op vakantie.

Helaas voor haar gaan mijn handen nog steeds jeuken als ik een prachtige plek met een ruïne ontdekt heb en ik wil nog minimaal één keer een groot herbouw of renovatieproject realiseren, dit keer zonder haar intensieve hulp, dan doe ik er maar een paar jaar langer over.

In de twee volgende jaren houden we ons bezig met het ontsluiten van ons terrein aan het Lac de Panneciere en krijgen 7 verschillende potentiële projecten in de omgeving langzamerhand vorm. Een aantal er van vallen af omdat de eigenaren niet willen verkopen of onvindbaar blijven. Ondertussen adviseren we ook links en rechts bevriende landgenoten bij het renoveren van hun woningen of bijgebouwen en hebben meermaals gesprekken met de architecten van de CAUE, waardoor we het klappen van de zweep leren kennen en het verkrijgen van een (ver-)bouwvergunning steeds gemakkelijker gaat worden.

In de gemeente Villapourcon heb ik 4 mogelijke projecten op het oog, die ik wil doorspreken met de burgemeester, dezelfde Perraudin die me geholpen heeft met het vinden van Octave Clement op het kerkhof bij ons derde project in Fossats. Een van de projecten is eigendom van onze grondverzetter Daniel Michon en ligt in Fragny aan de Grande Randonnee du Morvan, het beroemde voetpad, dat onderdeel uitmaakt van de oostelijke Jacobsroute naar Santiago de Compostella. Een ideale locatie voor een gîte. Ik bespreek met Perraudin alle locaties op hun haalbaarheid en aantrekkelijkheid. Hij raadt mij met klem Fragny af, waarbij hij zich verontschuldigt omdat hij ambtshalve de reden daarvan niet kan geven. Ik vermoed dat die ligt in de direct aanpalende buren, die een hoog familie Flodder gehalte hebben. Nadat alle 4 projecten uitvoerig de revue waren gepasseerd, kwam bij mij opeens de vraag op: Naast uw eigen woning in Certiaux,daar staat achter een stalen gesloten poort en helemaal verdwenen onder bomen en bramen toch ook een verlaten fermette met een soort autokerkhof rondom? Ja, dat is ook toevallig, de erfgename van dat pand, die haar hele jeugd heeft doorgebracht in een weeshuis in Nevers, is net langs geweest en gaat die ruïne in de verkoop geven bij de notaris in Luzy !


westgevel



zuidgevel
zuidgevel in 2014
alleen de staldeuren zijn nog herkenbaar



zoekplaatje noordgevel

zelfde fotoplek, 7 jaar later

verstopt in het struikgewas
Dus bel ik meteen het kantoor van de notaris op om te informeren of zij deze opdracht al in portefeuille hebben. De verkoopster heeft zich al wel gemeld, maar nog geen verkoopopdracht verstrekt, dus wil de secretaresse mij niet haar naam en adres geven om te voorkomen dat ik onderhands zaken ga doen. Ik vertel haar dat ik meteen een bod op de ruïne wil doen en vraag haar het verwaarloosde pand nog niet in de vitrine of op hun website te plaatsen. De volgende dag blijkt de verkoopopdracht te zijn ondertekend en komt zoals hier gebruikelijk een belachelijk hoge vraagprijs op tafel; 60.000 euro. Gezien de staat waarin het pand verkeert, zou 30.000 euro redelijk zijn. Omdat ik er van overtuigd ben dat geen hond interesse heeft in deze beboste vuilnisbelt annex autokerkhof en alleen de kenners van deze vallei onder Sanglier beseffen dat er met het kappen van een groot aantal bomen een weergaloos uitzicht te scheppen is, kan ik me veroorloven 25000 euro te bieden.

Mijn echtgenote is in Nederland om te kramen bij een van onze dochters en ik bel haar op om te vragen of ze niet “even” heen en weer kan komen om haar oordeel over deze mogelijke aankoop te geven. Voor haar hoeft dit volgende project helemaal niet, maar ze geeft haar zegen omdat ze toch wel begrepen heeft dat ik nog te veel energie heb om achter de hortensia’s te gaan zitten of de hele dag van het uitzicht te gaan genieten. Dus gaat dit de eerste bouwval worden die ik ga kopen zonder dat zij hem gezien heeft.

Ik breng mijn bod uit en dan blijft het 48 uur stil, totdat ik op ons antwoordapparaat de vraag hoor of ik bereid zou zijn mijn bod met 1000 euro te verhogen. Als dat de deal rond maakt? Natuurlijk! Weer een bewijs dat de vraagprijzen in dit deel van Frankrijk vaak mijlen ver weg liggen van de haalbare koopprijs.

De week daarop zitten we bij de notaris met de jonge erfgename van de ruïne voor het tekenen van de compromis de vente. Zij verzekert de notaris dat zij enig erfgename is van het echtpaar Vaillant dat tot 1988 deze fermette bewoonde. De notaris denkt gelukkig weer eens een akte te kunnen passeren zonder problemen en verwacht binnen 2 weken de eigendomsoverdracht te kunnen realiseren. Wel krijgen we al toestemming om vast te beginnen met de grote schoonmaak van gebouw en terrein dat vol ligt met auto onderdelen, wrakken , koelkasten en tv’s . Ook de sloop van de op instorten staande delen van het pand mag al vast beginnen. En dat doen we al de volgende dag!



dit moet ooit een woonkamer worden
dezelfde hoek, een paar jaar later


de geschoonde dependence met broodoven
met  2 "snoeken" op de voorgrond



ruim 6 kuub rotsblokken in de broodoven




meer ramen, meer licht in de keuken
Na 2 weken is er al een enorme hoeveelheid werk verricht en rijden we meerdere keren per dag met een volle aanhanger schroot naar de milieu straat. Als ik nog geen bericht van de notaris krijg en qua arbeid er al voor enkele duizenden euro’s is gepresteerd, begint er enig onbehagen op te borrelen. Stel je voor dat er een kink in de kabel komt en al dit werk straks voor niets is geweest.

een percement- zoooo simpel !!!!

Onterecht optimisme van de notaris ; als ik na 3 weken radiostilte opbel:” Monsieur, nous avons une probleme…..” roep ik naar Joke : “Ze hebben weer een bastaard gevonden, de deal gaat niet door !” Wat blijkt, de vader van onze vermeende enig erfgename had uit een eerder huwelijk een zoon. Deze was al overleden voor de geboorte van onze jongedame. Wat haar echter nooit was verteld, was dat deze veel ouder halfbroer al getrouwd was voordat hij overleed en liefst 2 dochters en een zoon had achtergelaten. Kortom onze erfgename is slechts voor 50 % eigenaresse en de halve nichten en neef elk voor 16,6 %. De adressen van deze onverwachte mede-eigenaren zijn volledig onbekend. Ik staak meteen elke activiteit op de bouwplaats tot er zekerheid is, dat we eigenaar worden.

Twee maanden later komt het verlossende woord: de andere erfgenamen zijn opgespoord en liggen niet dwars. De verkoop gaat door. Zij hebben echter geen enkele behoefte kennis te maken met hun “half”-tante, zodat dat arme kind wel de helft van haar erfenis ziet verdwijnen, maar er geen familie bij heeft gekregen. Drie maanden na het uitbrengen van mijn bod zijn we eigenaar van de fermette en kan de renovatie ervan worden hervat.


autowrak nr 5,dit keer een Citroen GSA

Het schoonmaken van bijna een halve hectare bebost autokerkhof is een heidens, maar dankbaar karwei. Naast 2 snoeken, een Renault 4 en de cabine van een T Ford vrachtwagentje haalden we een vrij jonge GSA  onder de bramen vandaan. Helaas waren alle autolijken in verregaande staat van ontbinding en hebben we geen er geen liefhebbers voor gevonden. Op elkaar gestapeld werden ze een jaar later gratis meegenomen tijdens de jaarlijkse ophaaldag voor autowrakken.

Voordat we met de aanleg van septic tank en zuiveringsbed (systeme d’epandage) kunnen beginnen moeten we eerst een goede 200 bomen kappen en de grondverzetmachine het terrein zodanig laten bewerken dat we een toegangsweg krijgen en de steile helling wordt deels zo uitgevlakt, dat we overal met rollend materieel kunnen komen. Pas veel later bleek me dat men ook een vergunning voor nodig heeft om een helling in een aantal terrassen onder te verdelen. We zijn daar gelukkig nooit op aangesproken.



Met het kappen van de bomen werd het verwachte uitzicht ook gerealiseerd. En dat was zodanig dat mijn echtgenote van sceptisch tot enthousiast werd en zelfs tegen haar oorspronkelijke voornemen in met de dag meer in het project ging participeren met het resultaat dat het ontwerp voor de bouwvergunning is uitgegaan van bewoning door ons zelf en niet als gîte. En ook als resultaat dat het niet meer “mijn” project, maar “ons” project geworden is.

Het realiseren van een project als La Vache qui Rit blijft alleen leuk als beide partners er lol in hebben en er geen tijdsdruk achter zit. En die tijdsdruk dien je jezelf ook niet op te leggen door de veel gestelde vraag te beantwoorden wanneer het klaar moet zijn. En daar hebben we ons gedurende veel jaren aangehouden.

In 2006 was ik voor een groot deel uitgeschakeld door een smerige darminfectie en lag het project lang stil. Wel werden alle gekapte bomen tot brandhout verwerkt. De enorme hoeveelheid Douglashout verdween als sneeuw voor de zon in de kachels van Champrobert en les Fossats, we hebben er nauwelijks 2 winters mee kunnen stoken.



In 2007 en 2008 werd het volledige dak in delen compleet vernieuwd en ontpopte Joke zich tot getalenteerd leidekker.







Aan de westzijde, waar de afgelopen halve eeuw de illegale vuilstort van Certiaux had plaats gevonden, bleek zich aan onze zijde van de erfgrens een ingestorte buitencave te bevinden. Weliswaar niet vermeld op de kadasterkaart, maar wel bekend bij de burgemeester, die er als kind in had gespeeld. Dus kregen we vergunning om aan deze kant, tot bijna in het asfalt van de straat een dependence te bouwen. De achterkant, volledig omsloten door aarde en rotsblokken, is nu een wijnkelder, de voorzijde onze werkplaats. De bouw van de muren werd volledig gedaan met de gerecupereerde rotsblokken van de voormalige cave. Voor het eerst dat we samen de 50 cm dikke originele Morvanmuren vanaf het fundament hebben opgetrokken. Het kostte wel bijna 5 maanden van 2008, waardoor de voortgang van de eigenlijke renovatie van het gebouw werd vertraagd. Maar wel met het resultaat dat we nu ons gereedschap en bouwmateriaal hier konden opslaan en daardoor de bouwplaats zelf “schoon” konden houden.

Het grote verschil met onze vroegere renovaties lag in de prijzen van de bouwmaterialen; waar in de jaren 90 we schrokken als de briefjes van 1000 FF de deur uit vlogen bij de bouwmaterialenhandelaar, deden we dan nu met de duizenden euros die weg vlogen. Ook met dit project bleek dat je bij het kopen van een ruïne je zo 100.000 euro en een paar duizend man en vrouw uur er bij moet tellen voordat het een woning is .De bodem van onze reserves was meer dan zichtbaar! Wat te doen ? De boel stil leggen om reserves op te bouwen, of op een andere manier aan geld komen?

Eind 2008 was op de bovenverdieping de eerste slaapkamer in ruwbouw gereed gekomen, terwijl ook de keuken, weliswaar nog zonder aanrecht ook vorm had gekregen. Dus besloten we om voorjaar 2009 een sprintje te trekken en onze hoofdwoning, de grange in Champrobert, vanaf juni ook als gîte in de verhuur te gooien. Met de huuropbrengst kunnen we dan onze investeringen in bouwmaterialen dekken. En dat lukt daarna prima.

In 2010 hebben we tijdens ons verblijf in de Morvan vrijwel continue 5 dagen in de week gewerkt en komt de finale fase in zicht. Mijn eigen 5-daagse werkweek werd wel in toenemende mate besteed aan werk voor derden, terwijl Joke zich voor 100 % aan de Lachende Koe wijdde.

Sinds 2010 zijn we, 18 jaar na onze eerste acquisitie in de Morvan, officieel Frans ingezetenen. Bij een verblijf van meer dan 183 dagen per kalenderjaar en Frankrijk als zwaartepunt van ons bestaan, hadden we deze feitelijke situatie eigenlijk al vele jaren eerder moeten legaliseren, in plaats van de Nederlandse en in ons geval later de Belgische fiscus onnodig te bevoordelen.

Het pro deo helpen van landgenoten op erfrechtelijk gebied en op de bouwplaats hebben we omgezet in een bescheiden inkomstenbron en part time baan. Als zelfstandig ondernemer hopen we onze ervaringen op zowel estateplanning als renovatiegebied nog lang te mogen delen met anderen die op huizen jacht gaan in de Morvan.

Omdat het runnen van 4 huizen, waarvan 3 in de Morvan ons wat te veel werd door fysiek ongemak mijnerzijds, hebben we in 2014 alle huizen in de verkoop gedaan en afgewacht hoe de markt daarop reageerde. Tot onze stomme verbazing vonden 2 van de 3 huizen in de Morvan binnen 3 weken een koper, waaronder La Vache Qui Rit. Per 1 oktober 2014 verhuisden wij "terug" naar de grange in Champrobert, alwaar ons Morvanse avontuur in 1993 begonnen is. En een klein jaar later is ook de grange verkocht.

Ik ben (was!) dus weg uit de Morvan, maar de Morvan is niet weg uit mij. Tussen 2015 en 2021 genoten we wel af en toe van het landje aan het Lac de Panneciere, woonden we beurtelings in Nederland en Portugal, maar de adviesopdrachten in Frankrijk blijven op basis van deze oude blog doorlopen. Onverwacht ben ik door het 6e project in Bessiat weer met grote regelmaat terug in Frankrijk en dat maakt het keuren van huizen en begeleiden van kandidaatkopers weer een stuk gemakkelijker. De 2 coronajaren  hebben geleerd dat ook virtuele keuringen in heel Frankrijk prima te doen zijn en we hebben inmiddels projecten in heel Frankrijk van A tot Z, tot aan de notaris , mogen begeleiden.


PUBLICATIES

Onderstaande columns werden geplaatst in Bourgondische Zaken 2011-2013 en zijn een uitvloeisel van onze huizenjacht en renovatie ervaringen.

1.Van een Leien Dakje

Grote delen van de Morvan  worden gekenmerkt door fermettes met muren en pierres en met leien daken. In sommige gemeentes  worden die leien daken als bepalend deel van het bouwkundig erfgoed beschouwd en de leien mogen hooguit bij een renovatie vervangen worden door leikleurige dakpannen, maar niet door rode dakpannen.  Zo overkwam mij, dat een door de Caue en DDE goedgekeurde aanvraag   (her-)bouwvergunning van een ingestorte dependance,  de rode dakpannen  door de burgemeester  hoogst persoonlijk geschrapt en vervangen  werd door leien. Jammer want ik had al een paar honderd dakpannen gratis  van een te slopen bakkerij gehaald en klaar liggen, terwijl de leitjes weer een extra kostenpost van een paar duizend euro betekenden.  Het gehucht, waar deze ruïne stond, is voor 100 % met leien gedekt. Maar pal daarbuiten staat een even oude fermette met juist die dakpannen ,die ik niet mocht gebruiken. Toch kan ik burgemeesters beslissing wel respecteren, want mijn lieu dite heeft nog steeds 100 % leitjes,

Laat dat leiendak nu helemaal niet zo authentiek zijn voor de Morvan! Het leien dak is net zo’n exoot als de Douglas in het oorspronkelijke Morvanse loofbos. Tot ca 1900 kwam de lei helemaal niet voor op de daken van woningen en fermettes in de Morvan. Het overgrote deel van de fermettes had chaume, roggestro als dakbedekking. Rijke boerderijen in de periferie van de Hoge Morvan hadden nog wel eens die mooie kleine dakpannetjes,  die men ook op de rijkere huizen in de steden zag  en soms nog ziet. in de noordelijke Morvan waren er ook daken met pierres plattes d’Avallon ( dikke kalkstenen ). Ook kwam de dakbedekking van assiaumes*, lammes de chêne ( eiken plankjes), zoals op de markt in Nolay nog te zien is , in de Morvan voor. De laatste twee soorten dakbedekking ben ik nooit meer op boerderijen tegen gekomen.

Heden ten dage  kan de originele chaumiere beschouwd worden als het toppunt van duurzaam bouwen: alle bouwmaterialen kwamen uit de directe omgeving van de chantier: de keien uit de akker, het hout uit het nabije bos, de specie direct uit de grond en de dakbedekking was het restproduct  van de oogst: roggestro.
Die roggestro, ,chaume, was de zwakste schakel in de chaumiere. Muren en charpente kunnen bijna zonder onderhoud eeuwen mee, de dakbedekking van roggestro nauwelijks een jaar of dertig. Bovendien was deze dakbedekking uiterst brandgevaarlijk. Hele dorpen en gehuchten  zijn in vlammen op gegaan*: Planchez (1807 en 1832), La Fiolle (1844), la Chaise (1854), Lormes (een aantal keren), Montpensy(1897), Vouchot (1898) en Saint Brisson in 1904.

De brandverzekeringsmaatschappijen zijn de initiatiefnemers van het leiendak geweest. Deze hebben met goedkope verzekeringspremies de Morvandiaux tot de lei bekeerd. De oostelijke Morvan ging de leien uit de Savoie betrekken, de westelijke uit de Anjou. En al vrij snel in de 20 e eeuw kreeg de natuurlei concurrentie van een fabrieksmatige lei van Eternit. Toen dit asbestprodukt  in de jaren 70 en 80 in een kwaad daglicht kwam te staan , heeft deze fabrikant een kunststof lei ontwikkeld en op de markt gebracht, die superieur is aan en heel veel goedkoper dan de natuurlijke lei.  Toen in juli 2001 een van de heftigste hagelbuien uit de geschiedenis van de Morvan in een strook  tussen St Honore les Bains en Villapourcon vrijwel alle leiendaken verpulverde, bleven daken met die nieuwe leien vrijwel onbeschadigd.

Ondanks die hagelschade blijft schrijver dezes een aanhanger van de natuurlijke karaktervolle lei.  Het dak van onze huidige woning is voor een groot deel gelegd met de heel gebleven leitjes van daken die na de storm van 2001 opnieuw werden gelegd. Helaas is het op de decheterrie officieel verboden om te recyclen. Maar ondanks dat verbod haalden we daar honderden prima leitjes. Ook een bordje op een vide grenier  : “ je cherche des ardoises” doet wonderen. Veel  eigenaren van de verwoeste daken hebben de onbeschadigde leien van het door de verzekering betaalde nieuwe dak keurig uit de puinhopen of de container gevist en ergens opgeslagen en willen daar nu 10 jaar later best weer vanaf.

 Overigens is leidekken door elke doe-het-zelver  te doen en leuk !

Bron :J.Levainville: Le MorvanEtude de Geographie Humaine blz 224 (1909)



2.Grote weersverschillen op korte afstand- Micro klimaten in de Morvan

Voorjaar 1993 kochten Nederlandse kennissen van ons in de  noordelijke Morvan een huis en in dezelfde tijd kochten wij ons eerste project, een oude stal, in de zuidelijke Morvan in Champrobert, Larochemillay .Hemelsbreed een afstand van 50 kilometer van elkaar verwijderd. We klusten 6 weken op rij in juli en augustus met prachtig zomerweer, met slechts 2 nachten een verfrissende  onweersbui .

 Van de slechte naam van de Morvan qua weersomstandigheden :  “mauvais vents, mauvais temps” merkten wij helemaal niets. Datzelfde najaar spraken we de bewuste kennissen, die ook de hele zomervakantie op hun nieuwe stek verbleven. Zij hadden een tegenovergestelde ervaring: 6 weken bijna non stop regen en slechts 2 dagen stralend zomer weer.

 Andere Nederlandse kennissen hadden een prachtige woning gekocht in Fachin, nog geen 20 kilometer van ons gehucht verwijderd. Het aantal dagen dat zij klaagden over regen en mist, terwijl wij in blote bast en korte broek wegens de hitte de schaduw opzochten was per zomer niet op 2 handen te tellen. Nog extremer was de ervaring op 1100 meter hemelsbrede afstand tussen het huis van onze oudste dochter en partner  met slechts 1 hoge heuvelrug er tussen: op een bij ons stralende warme zondagmorgen met ca 25 graden ,waar we in zwembroek buiten aan het ontbijt zaten, gaat de telefoon : Mijn dochter ….“Pap, wat gaan jullie doen met dit pokkenweer ?”……..”Hoezo, pokken weer ??, het is toch stralend !!!!” ……. “Wat? we zitten in de ijskoude mistflarden , het is maar 12 graden.  De mist komt vanuit het Loiredal over de kam bij le Niret onze kant op ! `

Als de temperatuur bij ons de 30 graden overstijgt, gaan we per definitie verkoeling zoeken op  en in het Lac de Panneciere, een kleine 40 kilometer noordwaarts. Een aantal keren per jaar kunnen we meteen huiswaarts keren, omdat het daar dan helemaal geen mooi weer  is -onweer met plensbuien.
Onze conclusie na zoveel ervaringen met grote weersverschillen op korte afstand was, dat er sprake moet zijn van reeksen microklimaten in onze regio. Over dit onderwerp ontstond op een Frans-Nederlands internetforum een  welles-nietes discussie die om bewijzen vroeg.

Toevallig kwamen wij in het bezit van een geweldig goed, maar zeer belegen boek over de Morvan , uitgegeven in 1907 en geschreven door ene  Dr Levainville :  Le Morvan, Etude de geographie humaine. Uit dit boek heb ik in vorige columns al een aantal wetenswaardigheden gepubliceerd. Levainville publiceert in zijn boek de resultaten van ruim 60 jaar waarnemingsresultaten, zowel qua neerslaghoeveelheid als qua regendagen. Uit zijn kaarten( zie afbeeldingen) blijken al de enorme verschillen in neerslag in en aan de randen van de Hoge Morvan gedurende de 19e eeuw. De neerslaghoeveelheden lopen/liepen  uiteen van 700 mm per jaar tot 1400 mm per jaar op zeer korte afstand.

Een recenter kaart laat zien dat de waarnemingen uit de 19 e eeuw ook nu nog steeds opgaan.

Toen wij zelf onze eerste project in de Morvan kochten, hadden we geen notie van het feit dat we dat kochten op een plek met toevallig meer zon dan iets verder op. Als we nu een huis gaan keuren voor kandidaatkopers  krijgen ze er de  micro-klimaat informatie bij cadeau.


3.Gainage*  van uw oude schoorsteen, een goede investering.

Waar vroeger een open vuur in de woonkamer werd gestookt en ook vaak nog een broodoven onderdeel van de schoorsteenpartij uitmaakte, staat tegenwoordig vaak een  losse houtkachel of een al of niet ingebouwde insert, een inbouwkachel. Beide leveren een veel hoger rendement dan het open vuur. Bij de laatste verdwijnt het grootste gedeelte van de geproduceerde warmte meteen via de schoorsteen.

De afgelopen decennia heeft de warmte technologie zich verbazingwekkend snel ontwikkeld, niet alleen in de Scandinavische landen, maar in heel Europa. Kachels  en haarden met een rendement van meer dan 90 % zijn door veel merken op de markt gebracht en ook de zg “schone ruit technologie” vindt zijn weerslag in vele jonge patenten.

De schone ruit technologie, waarbij de ruiten van de kachel of de haard niet binnen mum van tijd zijn beroet en het vlammenspel bij frequent stoken soms maandenlang volledig zichtbaar blijft, is te vinden in o.a het Duitse merken Hase en  Haas, het Belgische merk Stuv en het Nederlandse merken Harrie Leenders en  Kal-Fire.

Wel moet opgemerkt worden dat de schone ruit garantie alleen geldt bij het stoken van droog hout.
Zowel mijn vrouw als ik zijn opgegroeid in pyrofiele gezinnen en zijn fervente houtstokers. Er gaat ons niets boven de warmte van een hout gestookte kachel of haard. In alle huizen ( 16) die wij hebben gerestaureerd en hebben bewoond in het verleden hebben we zelf open haarden gebouwd en ook heel veel kachelervaring op gedaan. Open haarden zijn inmiddels helemaal uit van wege het waardeloze rendement. Wat kachels betreft,  zelf zweren we bij het aloude Jotul “eitje” , de Jotul nr 1. Helaas uit produktie genomen, maar tweede hands nog steeds verkrijgbaar.

Gezien het geweldige rendement van dit kacheltje, is het met ons mee geëmigreerd naar Frankrijk en staat het  niet alleen bij ons in de keuken, maar ook in onze gîtes. Het geeft geweldig veel warmte en bij het naar bed gaan goed volgeladen en getemperd kan het vuur de volgende morgen gewoon worden door gestookt.

In heel veel gevallen zien we dat de antieke schoorstenen onder bij de schoorsteen mantel zijn dicht gezet met een stalen plaat, of mooier met een aantal keramieke holle tegels op twee hoekijzers. In plaats van het oorspronkelijk open vuur staat er een kachel onder met een stuk pijp door de afsluiting de schoorsteen in, meestal met nog een of meer meter de grote holle ruimte in. De kachel trekt dan  meer dan voldoende.  Bij deze goedkope oplossing dekt de brandverzekering echter niet een eventuele schoorsteenbrand. Los van dit verzekeringsaspect, de kachel zal bij lange na niet haar maximale rendement halen en het houtverbruik ligt vele malen hoger dan bij een volledige schoorsteenpijp tot de top van de schoorsteen.

Met onze eigen ervaring wisten we dit eigenlijk wel, maar uit krenterigheid  hadden we de Jotul kacheltjes in onze huizen nog steeds “goedkoop” aan gesloten. Ons laatste project wilden we echter optimaal hebben qua warmtevoorziening, dus hier brachten we de flexibele pijp aan in de schoorsteen. Het resultaat overtrof al onze verwachtingen. We verbruiken per dag in de kachel minder dan de helft hout dan vroeger en de warmteafdracht van de kachel is heel veel hoger geworden. Meteen daarna hebben we alle schoorstenen- ook in onze gîtes- laten “gaineren”.

*De meeste dakdekkers, loodgieters en aannemers zijn maar al te bereid uw  oude schoorsteen te voorzien van een flexibele dubbelwandige roestvrijstalen buis van de op uw kachel afgestemde diameter, een zg gainage of tubage . Bij een rechte schoorsteen van voldoende formaat voor de gewenste diameter een fluitje van een cent, bij een schoorsteen met een bocht echter vaak erg arbeidsintensief. En op de laatste wordt meestal de offerte afgestemd. Een buis van 6 meter lang en 250 mm diameter  kost aangebracht en wel veelal meer dan 1000 euro TTC. De DHZ er is klaar met een paar honderd euro indien de buis en bevestigingsaccessoires gekocht  worden bij een prijsvechter.

Bram van Zanten
http://ophuizenjachtindemorvan.blogspot.com

4.De oorzaken van de bouwgolf in de Morvan halverwege de 19e eeuw

Verreweg de meeste fermettes in de Morvan zijn gebouwd tussen 1840 en 1870. Voordien leefden de meeste Morvandiaux in houten hutten op de zuidhellingen van de heuvels van de Hoge Morvan. Deze hutten waren aan de noordzijde veelal diep in de helling ingegraven. Aan de zuidzijde een deur en heel soms een raam. De Morvan behoorde tot een van de allerarmste streken van Frankrijk, een aantal malen geteisterd door hongersnood. Pas onder Napoleon III begon de Morvan enige koopkracht te ontwikkelen. Een verschillend aantal oorzaken lagen aan deze koopkrachtontwikkeling ten grondslag*:

De nourrices* , die hun in Parijs verdiende spaarcenten investeerden in (relatief luxe) fermettes met meer dan 1 piece ( de zg maisons de lait). Waar de 1e generatie fermettes altijd het product van zelfbouw waren, de professionele  metselaar kwam in de Morvan nog niet voor, lieten de nourrices hun maison de lait veelal door betaalde krachten bouwen. Bent u de trotse eigenaar van een fermette met in oorsprong al meer dan 1 kamer en met een aantal ramen, dan is dat vaak een maison de lait. Echter niet altijd : Veel fermettes kennen een groei in het gebouw met de opvolgende generaties: een extra dependence, een 1e verdieping met verhoging van muren en kap. Er zijn maar weinig fermettes die hun oorspronkelijke vorm hebben gehouden.

Het grote aantal door de Assistance Social naar de Morvan gezonden pleegkinderen, de Petits Paris(-iens). Gratis arbeiders en pleegkindergeld voor de Morvanse keuterboer/houthakker.

Het ontwikkelen van een sinds de Romeinse Tijd verwaarloosde infrastructuur: aanleg van een wegennet dat de Morvan ontsloot en de aanleg van spoorwegen.

En niet in de laatste plaats : grondverbetering door toevoeging van kalk (chaulage) Hierdoor konden niet alleen basic gewassen als  rogge, gerst en haver qua opbrengst sterk verbeteren, maar ook gewassen met hogere toegevoegde waarde geteeld worden. De simpele houten ploeg werd na millenia  en vele eeuwen later dan elders ingeruild voor de ijzeren keerploeg ( le brabant) en die zorgde samen met kalk voor een beter leven.  De Morvanse boer kon eindelijk een deel van zijn oogst gaan verkopen, aar hij daarvoor eeuwenlang nauwelijks kom voorzien in voldoende voedsel voor zijn eigen gezin.

Onder Napoleon III werden de beloften van de Franse Revolutie een halve eeuw nadien waar gemaakt: pachters van clerus en adel konden hun gepachte grond goedkoop verwerven en bouwden daarop hun fermettes. In Champrobert ( Larochemilay) gebeurde dat met door de staat verkochte bouwmaterialen uit het in 1795 gebrandschatte  chateau . Zo zijn in bijna alle fermettes dit gehucht de poutres , de hoekstenen en de pierres de tailles vele eeuwen ouder dan de fermettes zelf.

De bevolking woonde zeer verspreid , 80 % van de populatie in geïsoleerde hameaux op de zuidhellingen, slechts 20 % in de bourges en directe omgeving. Volledig omgekeerd aan de rest van Frankrijk. En nog heden ten dage zijn nog steeds vele van de noordhellingen in de Morvan zonder bebouwing.

Door de totale isolatie van de Morvan tot midden 19e eeuw is de Industriële Revolutie volledig aan het gebied voorbij gegaan. Twee wereldoorlogen zorgden voor de ontvolking en grote leegstand. Tot aan het eind van de vorige eeuw hebben vooral Nederlanders van deze leegstand kunnen profiteren. Het aantal gebouwen dat al 50 jaar of langer leeg staat en nog niet is ingestort is heel klein geworden**.

Mocht U in the middle of nowhere een ruïne aantreffen met grandioos uitzicht, dan is de kans klein dat U binnen het Parc nog vergunning krijgt ( een Certificat dÚrbanisme) om deze te herbouwen. Alleen als de locatie onderdeel uitmaakt van een hameau , er voldoende bluswater op korte afstand  aanwezig is  ( nabijheid brandpomp en voldoende waterdruk), drinkwaterleiding en elektriciteitsleiding in de buurt zijn, is er kans dat U een winnend lot in handen heeft. De overheid streeft ernaar geïsoleerde bebouwing in de Morvan te vermijden , zodat het landschap als cultureel erfgoed in stand blijft.
*bron “ Le Morvan , geographie humaine” Dr Levainville 1907
** http://ophuizenjachtindemorvan.blogspot.com


5.Feest op Zolder

Bewoners van een huis op de campagne worden, vooral als het een maison secundaire betreft, vaak geplaagd door ongewenste medebewoners: relmuizen, fruitratten , marters en ander ongedierte. Deze dieren kunnen vaak de nachtrust verstoren, vooral als ze tot een soort behoren die zich gelijk de konijnen snel vermenigvuldigen.
Zo heb ik vrienden die na een afwezigheidsperiode van enkele maanden voor het eerst weer sliepen in hun gerenoveerde fermette in de Morvan. Terwijl de heer des huizes door zijn vrouw wordt gemaand wat minder vreemde geluiden te maken, wil hij juist haar hetzelfde verwijt maken. Pas na enig gekibbel beseffen ze dat de bron van de geluiden niet naast hun ligt, maar dat de geluiden onder hun, uit de matras komen. Ze stappen uit bed, halen laken en molton van de matras en daar verschijnt een complete familie loir, die zich een warm tehuis in de matras had eigen gemaakt. Heer en Mevrouw brachten de rest van de nacht door in de auto.
De zolder van fermettes en veel huizen in de Bourgogne heeft van oorsprong nooit een woonfunctie gehad. Alleen die gekke buitenlanders willen die ruimte graag omvormen tot een loft, tot slaap-en badkamers, Vaak is de zolder niet afgeschot, de ruimte tussen de sparren  (chevrons) is bedoelt voor de ventilatie en de ideale entree voor alles dat kan klimmen of vliegen en droge ruimte zoekt om te schuilen , te wonen, te spelen , te overnachten of te paren.
Voordat de eigenaar zijn eigendomsrechten op die zolder wil doen gelden en de niet gewenste logees verjaagd dan wel uitgeroeid zijn, moet er heel veel geïnvesteerd worden. Medelijden hebben we met de argeloze ziel die denkt klaar te zijn met wat glaswoldekentjes ( laine de verre)  tussen de sparren afgedekt met een gipskartonplaatje. Want juist die relmuizen en marters zijn gek opglaswol! Indien de toegangsmogelijkheden tot de glaswol niet hermetisch zijn afgesloten, dan is die glaswol in een luttel aantal jaren geheel verdwenen, dan wel zwaar bevuilt met uitwerpselen , urine en nesten.
Op een nog niet geciviliseerde zolder vieren de beesten vooral feest op de nokbalk (faitiere) en boven op de muren, vooral die muren die nog gerenoveerd zijn en  de oorspronkelijke zachte kleispecie bevatten. Hierin kan je als loir of marter een  heerlijk een holletje voor je hele  gezin maken ! Vaak worden de bovenste stenen gewoon naar beneden gegooid om meer ruimte te maken.
Indien je een nieuw dak op een fermette legt is het raadzaam de bovenzijde van de muren meteen  vol te zetten met specie en zodanig dicht te zetten dat vanaf de muurzijde geen toegang meer wordt verleend tot de eerste geïsoleerde ruimte tussen de sparren. Bovendien is er dan ook de gelegenheid om de open ruimte tussen de sparren boven de muurplaat , sabliere, dicht te zetten; dat kan door er stukken balk tussen te zetten van dezelfde hoogte als de sparren, maar ook door de muur op te metselen tot aan de panlathoogte. Daarbij moet om de  ventilatie onder het dak te continueren wel gebruik worden gemaakt van een aantal ventilatie dakpannen of leien, die bij de bouwmaterialen handel voor dit doel verkrijgbaar zijn.
Daarnaast is het isoleren met steenwol ( laine de roche) in plaats van glaswol aan te bevelen. De meeste beestjes die gek zijn op glaswol hebben de pest aan steenwol. Bij het renoveren van een dak waaronder zich reeds  glaswol bevindt, komt men vaak allerhande bewijzen van illegale bewoning tegen, terwijl bij het openen van een dak waaronder zich steenwol bevindt, deze ook vele jaren na het aanbrengen daarvan, nog onaangetast is.
 Bovendien heeft steenwol een hogere brandwerendheid dan glaswol, terwijl de prijzen van beide soorten minerale wol bij dezelfde dikte en isolatiewaarde niet ver uiteenlopen.
Persoonlijk geef ik daarnaast ook nog de voorkeur aan steenwol boven glaswol ,omdat  bij ik bij de eerstgenoemde minerale wol bij het verwerken er van minderlast van  irritatie aan ogen, huis en luchtwegen heb dan bij de laatstgenoemde.
 Dat de verkrijgbaarheid in Frankrijk van glaswol veel beter is dan van steenwol komt waarschijnlijk door het feit dat de grootste fabrikant van glaswol een Frans concern is en de belangrijkste fabrikant van steenwol een Deense fabrikant is. Steenwol kan wel vrijwel overal besteld worden, maar is vaak niet op voorraad.
Indien men over voldoende middelen beschikt is bij een dakrenovatie het gebruik van kant –en klare geïsoleerde dakelementen (bv  Unidek in NL, Trilatte in F) nog veel beter. Dit alternatief lijkt in aanvang veel duurder. Men bespaart echter aanzienlijk op arbeid , het dak zit er in een dag op en men heeft een scala aan kant-en klare afwerkingsmogelijkheden aan de binnenzijde.  Indien men zelf een oude woning renoveert, kan het laten plaatsen van een Trilattedak  een  enorme tijdsbesparing opleveren. Enig bezwaar dat men tegen deze soort dakrenovatie kan hebben , is dat het dak net zo strak wordt als dat van een nieuwbouwwoning.


6.DDT- Dossier Diagnoses Techniques

De Fransen zijn dol op afkortingen; velen daarvan zijn niet in het woordenboek op te zoeken en ook de lading die door een afkorting wordt gedekt kan in een korte tijd heel veel groter zijn dan aanvankelijk het geval was. En dat is ook het geval met het DDT, de stapel keuringsrapporten die een huizenverkoper verplicht is te leveren aan de (kandidaat-) koper.
Omdat een aantal van de keuringen een beperkte geldigheidsduur kennen, wachten huizenverkopers vaak met het laten keuren totdat een serieuze koper zich heeft gemeld en krijgt de argeloze koper deze rapporten pas te zien nadat een eindbod is uitgebracht en zien ze deze nogal eens voor de eerste keer als bij de notaris de finale acte passeert.  Dom, want dat het DDT kan vaak gronden geven om met een lager aanvangsbod te starten en een lagere verkoopprijs te bedingen.

De afgelopen jaren is het aantal soorten keuringen sterk uitgebreid en telt nu 7 aandachtsgebieden: asbest, termieten, loodhoudende verf , elektrische installatie, waterafvoer: riolering/septic tank, systeme d’epandage (SPANC)   en energieverbruik van de woning ; de verwachting is dat de overijverige ambtenaren nog niet aan het eind van hun Latijn zijn. Helaas voor de huizenverkoper en indirect ook voor de koper, want de verschillende keuringen kosten geld en bieden geen garantie dat het huis in bouwkundig goede staat is. Bovendien zijn de rapporten voor de leek vaak moeilijk leesbaar.

Een aantal van de keuringsitems zijn uiterst zinnig, terwijl er ook bij zijn die de meeste kopers  “worst” zullen zijn, zoals de uitgebreide rapportage over loodhoudende verf. De kans dat een kind ziek zal worden van die vaak eeuwenoude verf is een stuk kleiner dan dat hetzelfde kind een giftige paddenstoel eet.  Alleen als van afbladderende loodhoudende verf gegeten zou worden is er een reëel  gezondheidsrisico. Nu is de apparatuur waarmee het loodgehalte in het hout wordt gemeten peperduur ,mede door de radioactieve ( !) lading van het meetapparaat en dat bepaalt mede het hoge tarief voor de deze keuring.

De keuring van de elektrische installatie is natuurlijk zinnig in een land waar de bedrading in de bestaande huizen vaak tot levensgevaarlijke situaties leidt, maar  er wordt ook vaak pietluttig gedaan: het laten zitten van een bouwfitting in een ruimte die vrijwel nooit wordt gebruikt is bv niet toegestaan. Heeft U als Nederlandse doe het zelver ooit een geaard stopcontact met randaarde in uw Franse  huis gemonteerd, dan zal de installatie vrijwel zeker worden afgekeurd. Ik heb keuringsrapporten onder ogen gehad die vernietigend waren in een bijna 100 % optimaal systeem en goedgekeurde situaties waarbij de koperen kern in een op de muur gespijkerd verlengsnoer bloot lag. Kortom, ondanks het feit dat een keuringsinstantie gecertificeerd moet zijn, is er soms nog sprake van willekeur en gebrek aan eenduidigheid. Ook de tarieven van de keuringsinstanties lopen nogal uiteen. Dus  aspirant huizenverkoper- ga eerst even shoppen.


 En aspirant huizenkoper, het Huis van je Dromen gevonden ? : Vraag eerst naar het Dossier D.T. en laat dat beoordelen door een deskundige voordat je een bod doet. Nog belangrijker : laat ook eerst een echte bouwkundige keuring doen, want  een prima DDT is beslist geen garantie voor een goed huis en  achter een negatief DDT kan best een prima huis zitten.


7.Voegwerk van murs en pierres renoveren

Frankrijk kent in alle gebieden waar natuursteen voor handen is , huizen die met die stenen zijn gebouwd. Vroeger bleven die stenen bijna  altijd zichtbaar, murs en pierres apparentes. Halverwege de vorige eeuw werden die muren en pierres als blijk van armoede beschouwd en werden de karakteristieke muren vaak verborgen onder een laag spuitwerk, onder crepi of nog erger , met een laag cement afgesmeerd.

Hierdoor verloren niet alleen het huis en vaak hele dorpen en steden hun historisch  uiterlijk, maar bouwkundig gezien verloren de muren ook een deel van hun positieve kenmerken.
De natuurstenen muren van boerderijen  en woonhuizen gebouwd  voor ca 1875, waren meestal gebouwd met een specie zonder enige toevoeging van kalk of cement. De specie bestond simpel uit de ter plaatse gewonnen aarde met klei of leembestanddelen en zand. Rijkere huizen kenden al wel vaak een kalk of cement toevoeging in de specie, overheidsgebouwen bijna altijd.
Nadat tussen 1840 en 1850 in de Bourgogne op grote schaal kalkbemesting tot veel grotere oogsten in de akkerbouw leidde en er op veel plaatsen kalkovens werden gebouwd, penetreerde kalk ook in de huizenbouw als bindmiddel in de metselspecie.
 Vaak zien we in fermettes in de Morvan dat de oorspronkelijke muren rond 1900 zijn verhoogd met ruim een meter op het moment dat de het dak van roggestro werd vervangen door een leiendak. Het dak van een chaumiere was steil , het had een hellingshoek van 55 tot 60 %, terwijl een leiendak kon volstaan met een hellingshoek van 35 tot 45 %. Hierdoor kon met aanpassing van de charpente de voorrraad- of hooizolder een veel grotere opslagcapaciteit krijgen. Bijna altijd zien we dat deze verhoogde muur is opgebouwd met een veel sterkere en nu kalkhoudende specie dan de oorspronkelijke muur, die met zijn in water oplosbare kleispecie, heel gemakkelijk kan uitspoelen.
Zowel de oorspronkelijke kleispecie als de latere kalkhoudende specie geven de muur een hoog vochtregulerend karakter. Dit in tegenstelling tot een cement houdende specie, die niet kan “ademen” . Indien men een uitgespoelde voeg “repareert” met cement is dat een aanslag op de kwaliteit van de muur.  Helaas zien we deze aanslag maar al te vaak voorkomen, niet alleen gepleegd door doehetzelvers, maar ook door artisans. Vaak door onwetendheid maar ook door misplaatste besparingsoverwegingen. Een zak cement is nu eenmaal een heel stuk goedkoper dan een zak kalk.
Naast de vochtregulerende  eigenschap van een kalkspecie is ook de flexibiliteit ervan voor de murs en pierres van belang. Een kalkvoeg beweegt mee met de beweging of trilling van de muur, dit in tegenstelling van een cementvoeg, deze is star en zal scheuren bij trillingen. Een cementvoeg zal onder ongunstige omstandigheden vaak stuk vriezen, een kalkvoeg nooit.
Indien men de oorspronkelijke kleur van de bij de bouw van het pand gebruikte specie wil benaderen is het gebruiken van in de directe omgeving  gewonnen kleiaarde onder de mogelijk aanwezige  terre vegetale aan te bevelen. Schrijver dezes heeft in de afgelopen 20 jaar vele meters murs en pierres gerenoveerd en krijgt meestal de beste kleur resultaten met een specie van witte kalk  en per plaatse gewonnen klei en metselzand zijn. Indien het kleibestanddeel in de gewonnen terre argile heel hoog is, dan wordt het aandeel metselzand groter.  Te veel klei kan dan leiden tot krimpscheuren in het voegwerk. Het toevoegen van pigmenten is in het geheel niet nodig. Om de juiste speciereceptuur  en de gewenste kleur te verkrijgen zijn een aantal proefjes wenselijk. Het blijft een beetje alchemie , maar proefondervindelijk komt men meestal wel tot het gewenste resultaat.  Schrijver dezes geeft een aantal keren per jaar voegcursussen in de Bourgogne. Zie hiervoor  http://traditioneelvoegenmursenpierres.blogspot.com


8.Toeristenbelasting-Taxe de Sejour  in de Nievre

Sympathieke belastingen bestaan niet. Belastingen ondergaat men en betaalt men gewoonlijk als noodzakelijk en onvermijdbaar.  Er zijn echter ook belastingen waarbij de nekharen  van  menige belastingplichtige overeind gaan staan. Dat zijn het soort belastingen waarbij het kan voorkomen dat de controle- en inningskosten even groot of groter zijn dan de opbrengsten ,  belastingen die leiden tot concurrentievervalsing of waarbij de particulier ongevraagd als onbezoldigd belastinggaarder wordt aangesteld.
In veel Europese landen worden  plaatselijke belastingen geheven onder de titel  “toeristenbelasting”, in Frankrijk sinds 1910 bekend als “Taxe de sejour”.  Deze taxe is door de toerist te betalen en door diegene die hem onderdak aanbiedt te innen en kan tegenwoordig  variëren van een paard dubbeltjes tot 1,44 euro per overnachting .
 Er zijn ook bepaalde categorieën van personen vrijgesteld van deze taxe: kinderen tot 13 jaar, steuntrekkers, begeleiders van zieken en  invaliden, ambtenaren op dienstreis en seizoenwerkers. Wel moeten daar bewijzen van overlegd worden. Ook worden er kortingen verleend op basis van kinderrijke gezinnen, bv 50 % voor gezinnen met  5 kinderen onder de 18 jaar ( wederom met overlegging van bewijsstukken)
De hotelier, campinghouder of vakantiehuisverhuurder moet in de meeste een nauwgezette administratie bijhouden voor deze taxe de sejour .
De prefectuur van de Nievre is er een groot voorstander om in het hele departement de taxe de sejour in te voeren. Besluitvorming daarover vindt echter plaats in de zg Communautees de communes.  Zo heeft de CdC des Portes Sud du Morvan ( canton Luzy en St Honore les Bains) op 30 november 2011 besloten de taxe de sejour in te voeren per 1 januari 2012.
De meeste bij  de Mairie en het  Office de Tourisme  bekende accommodaties zijn hiervan in het eerste kwartaal 2012 van op de hoogte gesteld. Er zijn echter heel veel te huur aangeboden vakantiehuizen echter nooit aangemeld bij de mairie van de commune waarin deze zijn gelegen.
Verhuurders die hun huis niet hebben aangemeld , maar dat wel op internet aanbieden zijn gewaarschuwd: de lokale overheden en de Franse fiscus worden zelf ook steeds actiever op het net en hebben de ( nog steeds bescheiden)  belastinginkomsten uit verhuur hard nodig.
In principe dient  de gehele opbrengst van de taxe de sejour te worden besteed aan de bevordering van het lokale toerisme. Aan de medewerksters van hety Office de Tourisme zal dat niet liggen, Zij zijn hard bezig met een brochure en een website waarop alle bekende accommodaties worden gepromoot.
De volgende kanttekeningen maak ik bij deze voor de meeste communes nieuwe belasting:
De communicatie en de planning met de belanghebbenden is op zijn zachtst gezegd onzorgvuldig geweest.
Huurders die al in 2011 hun vakantie hebben geboekt kan je moeilijk confronteren met een belasting die op het tijdstip van reserveren onbekend was.
De administratieve rompslomp is voor bv een campinghouder met 200 gasten in het hoogseizoen veel te zwaar en zelfs onmogelijk. In andere gebieden is het mogelijk om met een forfait de hele taxe af te kopen, hier helaas niet.
Het overleggen van bewijsstukken voor vrijstellingen of reductie van de taxe is voor veel buitenlandse toeristen onmogelijk. Het lijkt wel of de uitvinder van de regelgeving op een Frans eiland woont met alleen Franse toeristen.
Het principe van gelijkheid “egalite” wordt geweld aangedaan: de taxehoogte wordt gerelateerd aan het aantal sterren bij classificatie. Een niet geclassificeerde gîte kent een tarief van 0,44 euro, een 4 sterren gite 1,10 euro, terwijl de huizen hetzelfde comfort bieden en dezelfde huurprijzen kennen.
Uit protest kan men overwegen alleen uit fiscale overwegingen te declassificeren van 5 sterren  naar 1 ster . Dat kan door een extra 70 cm bedje in een hoek van een slaapkamer te zetten.
Bovendien wordt in het aangrenzende canton Moulins Engilbert deze taxe nog niet ingevoerd. Op een vakantiebudget 2012 van een gezelschap van 6 personen voor een verblijf van 3 weken maakt dat 138 euro uit.
Schrijver deze heeft de lokale overheid hierop gewezen en hoopt op wijzigingen ten goede.

Naschrift: Per 2015 is ook in het canton Moulins Engilbert de taxe de sejour ingevoerd, zodat er nu wel sprake is van "egalite", maar deze belasting blijft inproduktief en komt alleen het kuuroord St Honore des Bains ten goede.

9.In een fermette hoort een vloer van tomettes…………………………………

Als ik een een boerderij, een fermette , in de Bourgogne binnen ga , is de vloer het eerste waar ik naar kijk.  Te veel komt het voor dat het karakter van het interieur wordt dood geslagen door een tegelvloer die eerder  in een nieuwbouw woning thuis hoort dan in een fermette uit het midden van de 19 e eeuw of nog ouder.

De meeste fermettes in onze regio hebben in de oorspronkelijke woonkamer bijna altijd rode  vierkante tegeltjes liggen, in rijkere gebouwen zijn deze vaak zeshoekig en een stuk geler. De laatste zijn de echte tomettes, maar in het spraakgebruik zijn ook alle oude vierkante tegeltjes tot  tomettes geworden.  Die rode  tegeltjes in de sejour zijn ook vaak nog bedekt met een ook rode verflaag, die heel moeilijk te verwijderen is.

Deze tegeltjes in de woonkamer zijn bijna altijd al fabrieksmatig geproduceerd en eentonig van kleur. Ze dateren meestal van rond 1900. Op de hooizolders van de meeste fermettes liggen echter heel vaak handmatig ( veelal in de eigen broodoven)  geproduceerde tegeltjes, die eenmaal schoongemaakt, de meest fantastische kleurschakeringen hebben. Dat komt door het hitteverschil  op de verschillende plaatsen in de oven. Deze tomettes zijn de laatste decennia zeer in trek en kosten in Dyon en Parijs al snel een paar honderd euro per vierkante meter. En met name deze zachte en poreuze tegels zorgen voor de meest karaktervolle tegelvloeren.

 Omdat ze  poreus zijn,  trekken  ze vuil aan en is het wel raadzaam ze te behandelen, nadat eerst de kalk of cementsluier is verwijderd. Vaak worden ze behandeld met oxaan olie. Nadeel daarvan is dat de kleuren dan wel extreem tot uiting gaat komen. Zelf geven we de voorkeur aan een behandeling met een wasoplossing van HG, die we elke 4-5 jaar herhalen. Dan blijven de kleuren zacht en zijn de tegels wel vuilafstotend.

De tegelindustrie is de populariteit van de oude tomettes natuurlijk niet ontgaan en sinds enkele jaren zijn er nieuw gebakken tomettes op de markt , die de oude aardig benaderen.

Maar natuurlijk is het veel leuker om zelf op jacht te gaan naar de oude tegeltjes. In onze eigen gerestaureerde fermettes komen deze  uit minimaal vier verschillende bronnen, soms geheel gratis, soms voor een bescheiden bedrag per tegel. Dat heeft wel het nadeel dat de formaten uiteenlopen van ca 14x14 cm tot 16 x 16 cm. Bij onze oudere projecten hebben we het formaatverschil opgelost door een brede voeg, die de  verschillen opvangt. Dat ziet er prima uit , maar ligt ver weg van de originele vloeren waar de tegels in voegloos halfsteensverband liggen. In ons laatste project hebben we dat verband wel gedaan  ,, maar daar moesten per rij tegels alle tegels het zelfde formaat hebben en moest er af en toe een tegel half  worden door geslepen om de voegen niet in elkaars verlengde te krijgen.

In de handgebakken tegels komen ook letterlijk leuke “misbaksels” voor, met de sporen van het leven op het oude boeren erf, zoals de poten van eenden, kippen, poezen , honden. Dieren die het aardig vonden om over de kleivormen te lopen die in de zon lagen te drogen voordat ze de oven in gingen. Er zijn zelfs verzamelaars die zich hier in specialiseren.

Tomettes worden tegenwoordig regelmatig aangeboden op Internet, in de regionale vraag en aanbodkrantjes en op rommelmarkten. Zelf hebben wij altijd prima resultaten geboekt met een bordje op een rommelmarkt: “Je cherche des tomettes”. Dan worden Franse voorbijgangers er aan herinnerd dat ze al decennia een paar honderd tometjes hebben liggen in hun schuur, waar ze graag en soms geheel gratis van af willen.

Dat de prijs voor oude tomettes in de handel zo hoog is, is niet verbazingwekkend. Los van de hedendaagse schaarste er aan , is het schoonmaken er van een heidens karwei. Aan de onderkant zit vaak een dikke laag harde kalkspecie. Om die er van afte halen is een elektrische beitel handig, nadat de tegels uren lang hebben voor geweekt in water. Omdat de tegels vaak millimeters in dikte van elkaar verschillen is verlijmen ervan onmogelijk, ze moeten in een minimaal 4 cm dikke specielaag worden gelegd en dat is vakwerk. Van alle restauratiewerkzaamheden in een fermette is het verzamelen, schoonmaken en passend leggen in halfsteensverband van tomettes verreweg de meest arbeidsintensieve. Er gaan honderden uren in zitten, maar dan heb je ook een geweldige vloer.














 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten