‘En
Pierre’
de
Handleiding voor de Koop en Renovatie van een Frans huis van natuursteen
En Pierre is een poging tot het overzichtelijk
samenvatten van 31 jaar ervaring in Frankrijk met de aankoop en renovatie
panden van natuursteen .
Het boek is
een samenstelling van schrijfsels - gelardeerd met anekdotes en columns - uit
het verre en recente verleden: een mix van adviezen voor huizenjagers -
kandidaatkopers, en voor eigenaren- klussers .
In de loop
van 2025 gaat het boek van de drukpers rollen. Wil je op de hoogte worden
gebracht als het verkrijgbaar is, meld je dan hier aan:
https://forms.office.com/r/LKw4RRD1kL
Renovatie- en andere tips
Veel van onderstaande columns werden geplaatst in Bourgondische Zaken tussen 2011-2013 en zijn een uitvloeisel van onze huizenjacht en renovatie ervaringen. Waar noodzakelijk kregen sommige columns een update in 2024. Een aantal nieuwe onderwerpen zijn toegevoegd op basis van vragen en discussies opgetekend tijdens de cursussen Traditioneel Voegen Murs en Pierres.
Vraag dus altijd naar het DDT alvorens een openingsbod te doen. Is het DDT nog niet voor handen en zijn er kapers op de kust, dan is een openingsbod onder voorwaarde dat het DDT geen dure lijken in de kast oplevert een (minder aantrekkelijk) alternatief
8.Toeristenbelasting-Taxe de Sejour in de Nievre (2013)
9.In een fermette hoort een vloer van tomettes…………………………………(2013)
2 manieren,
10.1 De langzame en veilige:
Maak eerst met stootijzer behoedzaam een gat een stukje boven de toekomstige latei, steek er een stevige balk doorheen en ondersteun die aan beide kanten van de muur met een stempel/ domme kracht.
Kap de noodzakelijke ruimte voor de latei ( eiken balk , natuursteen of gewapende betonnen latei) aan een kant van de muur uit. Meestal is 1/3 diepte (binnen of buitenschil) in de muur al genoeg. Metsel die latei in. Laat 48 uur drogen.
In de Morvan is de buitenlatei vaak van graniet of kalkzandsteen en zowel de ondersteuning van de middenschil als de binnenschil heel vaak een eiken balk.
Kap daarna alle stenen uit voor de percement, 15 tot 30 cm breder aan beide kanten dan de toekomstige opening. Maak bekisting verticaal met 2 brede planken exact of gerend op de afmetingen van het te plaatsen nastel-kozijn. Bevestiging met de antieke lange Franse lijmklemmen, op minimaal 2 hoogtes. Sla de klemmen goed vat. Spijker een eerste plank op vloer dan wel vensterbank niveau aan beide zijden. Begin nu met opmetselen, zoveel mogelijk met dezelfde keien als die er zijn uit verwijderd. Ik doe dit wel(uitzondering) met cementspecie. Zorg dat de vlakke zijde van de keien zoveel mogelijk tegen de bekisting leunen indien je de muren geheel of gedeeltelijk en pierres apparentes wil maken/houden.
Verwijder de bekisting de volgende dag en krab de cementvoegen minimaal 1 cm diep uit om daarna met een kalkvoeg af te maken.
Maak met het stootijzer een eerste opening in de muur. Verwijder met steenbeitel, breekijzer het gat in eivorm tot boven de toekomstige lateihoogte. Ook hier 15-30 cm breder aan beide zijden dan de toekomstige kozijn hoogte. Maak de bekisting exact tot aan de onderkant van de kozijn hoogte. Opmetselen identiek als onder a. Plaats de lateien ( meestal 3 stuks) boven de bekisting en metsel de ruimte erboven weer op.
Zelf heb ik een dertigtal grote en kleine raam en deuropeningen gerealiseerd met methode b. Draag bij het slopen en de opbouw wel veiligheids schoenen, want grote keien kunnen onverwacht los komen.
11.Uitvlakken van
een doorgezakte zoldervloer met lichtgewicht beton (2023)
Nederlanders en
Belgen zweren vaak bij houten vloeren voor de verdieping van hun huis en pierre
en het merendeel gaat dan ook aan de slag met het waterpas uitlijnen van een
nieuwe zwevende vloer boven op de bestaande.
Dat deed ik ook op
mijn eerste project. Het waterpas monteren van een nieuwe balklaag is een
arbeidsintensief en nauwkeurige klus. Voor de akoestische en thermische
isolatie zijn er naast minerale wol inmiddels veel alternatieven op de markt
waarmee de vloer kan worden geïsoleerd.
Een groot nadeel
van de zwevende vloer is dat de meestal oorspronkelijke bewoners van die zolder
: marters, loirs, slangen, muizen en ander (on-)gedierte hun kans afwachten om
terug te keren naar hun habitat van weleer.
Zo geschiedde ook
bij mij. Na een paar jaar overlast van een loir-gezin in mijn zwevende vloer in
de slaapkamer, heb ik die weer gesloopt
en vervangen door beton allege, licht gewicht beton.
Meestal heeft
lichtgewicht beton een groot bestanddeel in de vorm van ( meestal gerecyclede) polystyreenkorrels, maar er zijn ook
recepturen met geëxpandeerde kleikorrels zoals die ook in de hydrocultuur
voorkomen. Het zandaandeel is meestal maar zeer klein en het cementaandeel net
groot genoeg voor de binding.
Bij drie van mijn projecten
waren de vloeroppervlaktes minimaal 60 m2 en daar heb is het lichtgewicht beton
via een spuitwagen naar de zolder getransporteerd en in een situatie met een
mengmachine op de kraan van een Manitoe.
Indien een
betonmolen naar de zolderverdieping te transporteren is bij kleinere oppervlakten
zijn de zakken kant en klare lichtgewicht beton van Fim Force ideaal, Die wegen
14 kg bij een volume van 60 liter, dus gemakkelijk te tillen. Alleen water
toevoegen, mengen en uitrijden en uitrijen.
Het uitharden van
de lichtgewichtbeton vloer kan best lang duren, afhankelijk van de dikte. In
mijn projecten vaak maar 5 tot 7 cm op de hoogste gedeelten van de
oorspronkelijke vloer tot bijna 20 cm op het diepste punt. De vloer is wel binnen
24 uur beloopbaar.
Voordat het beton
gestort wordt heb ik wel altijd de elektra infrastructuur op de vloer
aangebracht, vooral waar er sprake was van zakleidingen naar de begane grond.
Waar sanitair gepland was, eerst de afvoeren gemonteerd. Daar overheen een
dikke aaneengesloten folie ( vijverfolie van de Hornbach, ijzersterk en
betaalbaar) , aan de muren minimaal 10 cm omhoog geslagen. Tegen de zijmuren
een laagje schuimplastic als dilatatie aanbrengen. Hierdoor moet in principe
een waterdichte laag zijn gerealiseerd. Anders bestaat het risico van vocht
plekken in het plafond op de begane grond.
In mijn ervaring
heeft lichtgewicht beton een viertal geweldige productvoordelen boven een
zwevende houten vloer
1.
Geen
toegang tot ongedierte
2.
Optimale
thermische isolatie
3.
Optimale
akoestische isolatie
4.
Gemakkelijk
waterpas te maken
De kachel in de
woonkamer voorzien van een bovenliggende vloer met beton allege hoeft veel
minder hoog gestookt te worden dan bij een ander type zoldervloer.
Waar bij houten
vloeren het contactgeluid er voor zorgt dat je vrijwel elke voetstap die er
boven wordt gezet, beneden kan horen, is dat bij licht gewicht beton nihil.
Is de bestaande
zoldervloer wel vlak en waterpas, dan zijn er veel isolatie alternatieven van
vrijwel alle gipsplaatfabrikanten, zoals Placoplatre, Lafarge, Knauf en
Fermacel , meestal met een zware persing steenwol als isolatielaag.
12.Vochtproblemen in een huis en pierre , definitief op te lossen door te investeren in een Drymat
Huizen en pierre staan ( met name in de Morvan) heel vaak op een zuidelijke berghelling gebouwd met hun (noordelijke) kont deels in de grond, soms zelfs tot aan de dakgoot. De oorzaak hiervan is dat de bouw halverwege de 19e eeuw bijna altijd op de plek plaats vond , waar daarvoor een plaggenhut stond die grotendeels in de grond was gebouwd met alleen een raamopening in de deur op de zuidgevel.
Kopers van een oorspronkelijke fermette laten deze heel vaak uitgraven aan de hellingzijde , niet alleen om daar extra ramen te kunnen plaatsen, maar ook vaak om de muur vrij te maken van grondwater druk en daarmee de woning droger te krijgen. Vaak wordt dan meteen drainage aangebracht. Nota Bene : dit veroorzaakt meestal extra scheurvorming in de muur, omdat deze zich bij verandering in grondwaterdruk opnieuw moet zetten.
Heel vaak is hiermede het vochtprobleem in het huis niet definitief opgelost. Met name woningen , die niet permanent bewoond, geventileerd en verwarmd worden, houden vaak een hardnekkig vochtprobleem. En dat wordt niet opgelost door het plaatsen van een of meer vocht vretende machines. Deze zorgen namelijk voor een vicieuze cirkel, ze nemen vocht op uit de omgeving, maar trekken juist daardoor nieuw vocht aan uit de vloer en de muren.
Toen ik in 2015 mijn huizen in de Morvan had verkocht, vertrok in naar de Algarve. Daar kocht ik een appartement op de begane grond dat ook aan een zijde in de berg was ingebouwd. Optrekkend vocht in alle muren zorgde niet alleen voor continue schade in het stucwerk boven de plinten, maar ook voor een muffe lucht, vochtige inhoud van de klerenkasten en klam beddengoed, zodra het pand een paar weken niet bewoond was.
In Portugal kwam ik op een beurs voor het eerst de Drymat tegen , aldaar vertegenwoordigd door een bedrijf met de naam Resultado Guarantido Lda. Het is een Duits product, door een reeks van patenten beschermd en relatief duur. Maar omdat mijn appartement geheel moest worden gerenoveerd kon ik de 3500 euro aankoopprijs in mijn budget mee nemen.
Uit de meertalige documentatie van Drymat Systeme worden de kenmerken en resultaten van het product bevestigd door gerenommeerde Duitse keuringsinstituten. Een van de meest overtuigende verkoopfeiten is dat het wereldberoemde museum de Hermitage in St Petersburg een reeks Drymats had aangeschaft met verbluffend resultaat voor de vochthuishouding in de kelders van het museum.
De werking van het kleine kastje, dat een bereik rondom heeft van 8 meter komt er simpel gezegd op neer dat via magnetische impulsen de H2O watermoleculen splitsen in H en O, waarbij de watermoleculen in de grond verdwijnen en de O in de lucht.
Voor installatie werden in mijn pand op 5 plekken gaatjes in de muren geboord waar het vochtgehalte werd gemeten. En dat werd jaarlijks over een periode van 5 jaar herhaald. Waar bij de eerste meting het vochtgehalte van ruim 70 % over een kwam met 700 liter water in een m3 muur, was dat een jaar later al meer dan gehalveerd en na 5 jaar onder de 15 %.
Al na 3 maanden was er na afwezigheid geen muffe geur meer, de kleren en het beddengoed kurkdroog. Bijkomend voordeel was dat de verwarming ook veel sneller resultaat gaf omdat niet eerst het vocht moest worden weg gestookt. Bovendien kon ik het ook fysiek goed voelen. In de vochtige omgeving kwam ik stram en stijf uit bed, dat was als sneeuw voor de zon verdwenen.
De marketing van dit product is in Duitsland succesvol, maar er buiten is de prijs ( en geloofwaardigheid) duidelijk een groot probleem. Maar als je proefondervindelijk de voordelen op een rij weet te zetten is de hoge prijs redelijk snel gecompenseerd : geen herhaalde reparatie meer door vochtschade, minder verwarmingskosten, geen schimmelvorming door optrekkend vocht en het allerbelangrijkste: een prettiger en gezonder woonklimaat .
Als ik een 20 tal jaren jonger zou zijn, had ik alles in het werk gesteld om de vertegenwoordiging voor Frankrijk in handen te krijgen. Er bestaat geen Franse Drymat vestiging en dus is de service en controles zoals ik in Portugal mocht ondervinden hier niet mogelijk. Kennissen met een huis met vochtproblemen in de Toscane heb ik aan een Drymat kunnen helpen en het zelf installeren er van is probleemloos.
13. De cave ,
een lust of een last ? (2023)
De afgelopen decennia heb ik veel huizen mogen keuren en
de meerderheid daarvan hadden 1 of meerdere gewelfde kelders, caves. Vaak wordt
in de wervende teksten van makelaars die cave als extra verkoopargument
vermeld. De argeloze kandidaat koper denkt bij een cave al snel : prachtige
opslag voor de wijnen die ik in Frankrijk natuurlijk in het groot ga inslaan .
In de praktijk blijkt dat fors tegen te vallen, meestal
zijn de etiketten van de wijnflessen al na een paar weken beschimmeld en na een
jaar al niet meer leesbaar. Eigenaren van een pand met een cave gebruiken die
cave in meerderheid voor het opslaan van niet meer gebruikt lelijk plastic
meubilair, dat beter direct naar de dechetterie zou zijn afgevoerd. In een enkel
geval wordt de cave nuttig gebruikt omdat er een boiler of een fosse septic in
is geplaatst.
Bij die laatste zie ik echter vaak dat door het doorvoeren van afvoeren of waterleidingen door het cave gewelf deze verzwakt is.
Dus in de praktijk wordt in de overgrote meerderheid het
bezit van een cave nauwelijks als grote plus ervaren. Een geventileerde cave
zou wel als voordeel een droge vloer voor de woonkamer er boven kunnen hebben;
tegelijkertijd moet die woonkamervloer wel goed zijn geïsoleerd en dat is vaak
niet het geval.
Waarom stel ik de vraag of die cave ook een last zou
kunnen zijn ? Die ligt in het bouwkundige risico van een cave. Bouwkundig is de
gewelfde kelder een kunststukje dat van taps afgekapte rotsblokken in elkaar
hangt. Komt er scheurvorming voor bij een cave dan is het risico van instorten
aanwezig. Bij het in elkaar vallen van een cavehemel implodeert vaak het hele
er bovenliggende pand. Ik ben dat in mijn adviespraktijk ook tegen gekomen en
het gebeurt in Frankrijk jaarlijks een fors aantal keren, helaas niet bijgehouden in statistieken.
Bij mijn 2e
project ben ik met de schrik vrij gekomen. Vrij kort nadat ik een nieuwe
tomettesvloer had gelegd en een paar weken weg was geweest werd ik bij
terugkeer geconfronteerd met een grote kuil in de vloer pal boven de ingang van
de cave. Naar beneden gespurt en inderdaad, een halve kuub rotsblokken en
kleispecie was uit de cave hemel gebroken . Meteen mijn bevriende aannemer
gebeld , die mij vroeg om op drie plekken in de lengte as van de cave een
betonnen fundering te storten in de vloer. Hij kwam de volgende dag met een
stalen H balk , laste die op 3 stukken verticale H balk en daarmee was het
verder instorten van de cave verhinderd. Nieuw stuk gewapende hemel vanaf de
woonkamerzijde gestort en daarna opnieuw betegeld.
Bij mijn bouwkeuringen staat een minutieus onderzoek van
de cavekwaliteit altijd als een van de prioriteiten en een pand met forse
scheuren in de cave krijgt van mij altijd een uitgesproken negatief advies.
In de hele E.U. is de productie en verkoop van asbestcement producten al decennia geleden
verboden. Maar daarmee zijn de miljoenen
vierkante meters asbestcement golfplaten op hangars, loodsen en kippenhokken
nog niet verdwenen. Alleen al in Nederland liggen ondergronds duizenden
kilometers drinkwaterleidingen die van asbestcement gemaakt zijn. Nu is daarmee
helemaal niets aan de hand zolang de asbestvezels maar niet vrij komen. En dat
gebeurt alleen als het asbest cement
product breekt, of er ingezaagd
of geslepen wordt. Of als iemand op het onzalige idee komt om asbestcement
platen met een hoge druk spuit schoon te spuiten. Ook het verharden van een pad
met restanten van asbestcement producten kan rampzalige gevolgen hebben.
Ook in heeft de asbestcement lei als goedkope
concurrent van de echte lei uit leisteen in de loop van de 20e eeuw een flink
marktaandeel weten te veroveren. In de Morvan
heeft vrijwel elk dorp en hameau wel
huizen en stallen met asbestleien op het
dak. Deze zijn te herkennen aan de lichtgrijze tot bijna witte verkleuring in
de loop der jaren. Het zijn meestal leien van het formaat 40 x 40 en gelegd in
“dropjesformatie” . Op zich niets mee aan de hand, totdat men die met een slijpschijf
gaat bewerken omdat er in het dak een dakraam moet worden geplaatst.
Elke koper van een pand met asbest weet dat
van te voren, want in het verplichte DDT is amiante een van de uitvoerig
beschreven items. Zolang het materiaal classe 0 of 1 krijgt kan men de
dakbedekking nog jaren laten zitten. Bij classe 3 echter is het noodzaak het zo
snel mogelijk te ( laten) verwijderen. Bij classe 3 is het materiaal sterk
verouderd en aangetast en hangen de asbestvezels bij wijze van spreken al bijna
los in de lucht. Verstandiger echter is het pand helemaal niet te kopen.
Maar ook een DDT met de verklaring dat er geen
asbest is aangetroffen is geen garantie dat dat ook zo is. Recent kwam ik een
met leien beklede westgevel tegen, waar ruim 20 % van de leien asbesthoudend
waren ; niet opgemerkt door het keuringsinstituut.
Op hangars zijn de asbesthoudende Eternite golfplaten de boosdoeners.
Europese regels met betrekking tot het
verwijderen , vervoeren en storten van asbestcement producten zijn uitermate
streng, maar de handhaving daarvan verschilt per land extreem. Het vervoeren
van een hoeveelheid niet in plastic verpakte
asbestplaten of leitjes in een open aanhanger wordt in Nederland afgestraft met een hoge
boete en de asbestmaffia staat klaar om tegen een absurd tarief je
asbestplaatje in een plastic zak te doen.
In de Bourgogne lagen tot een paar jaar
geleden op veel dechetteriën asbest
leien open en bloot op de stort ( al was
dat streng verboden). Het toezicht houdend personeel wist dat onbeschermde stort van asbest niet is
toegestaan, maar indien een hele vracht “tout venant” wordt gestort met onderin
een partij asbest leien werd dat vaak niet opgemerkt, met het resultaat dat de
stort zeker (nog) niet asbest vrij is.
En op
de vraag waar men dan met dat ongezonde
afval naar toe moet heeft men in grote delen van de Morvan geen antwoord met het resultaat: illegale
stort ,maar dan bij voorkeur diep onder de grond. En als het daar met rust
gelaten wordt is dat een stuk veiliger dan op de stort, waar de asbestvezels
vrij kunnen komen onder meer door het stuk rijden door grondverzetmachines.
Voor de Franse voorschriften en mogelijkheden
mbt stort en vervoer van asbestcement producten
heb ik lang geleden (in 2012) een gesprek gevoerd
met de asbestspecialist van de SICTOM in St Honore les Bains, M. Charton. Op
geen enkele SICTOM dechetterie is het storten van asbestcementprodukten
toegestaan. Slechts een paar keer per jaar vraagt een particulier waar hij een
golfplaatje Eternit kwijt kan en wordt dan verwezen naar een van de
gecertificeerde (dure) afvalverwerkers.
Transport van asbestprodukten
door particulieren is echter niet verboden mits het product goed in
plastic is verpakt. In Nevers (St Eloi)
is een stortplaats die asbestcement aanneemt tegen fikse kosten per ton.
Gezien de grote hoeveelheden
asbestdakbedekking die in de komende decennia moet worden vervangen zou het
aantal plaatsen waar men legaal die troep tegen redelijke vergoeding kwijt kan
sterk moeten worden uitgebreid. Maar helaas bestaat er in Frankrijk nog geen
nationale policy met betrekking tot het storten van asbesthoudende
bouwmaterialen met het gevolg dat men in het ene departement gratis op korte
afstand zijn asbesthoudende materiaal kan afvoeren en
er in een ander departement ver voor moet worden gereden en flink voor moet
worden betaald.
15.Scheuren en andere zwakke plekken in muren en pierres en te treffen maatregelen (2024)
Met name in 2023 zie ik op diverse internetplatforms een duidelijke toename in vragen over scheurvorming in muren. Het is overduidelijk dat deze toename voor een belangrijk deel wordt veroorzaakt door verandering van de grondwaterdruk op de muren door een of meer lange periodes van droogte.
Statistisch niet te bewijzen, maar mijn indruk is dat de scheurvorming eerder voorkomt bij jongere huizen met cementspecie gemetselde muren van blokken of bakstenen dan bij oude huizen met muren en pierres, gebouwd met zand-leem specie, al of niet gebonden met kalk.
Die
grondwaterdruk verandert echter ook vaak nadat er drainage is aangelegd en kan
zelfs ontstaan na het aanbrengen van een dakgoot. In deze laatste gevallen
moeten de muren zich opnieuw zetten en zal er na reparatie meestal geen
herhaling van scheurvorming voordoen.
Wanneer zijn scheuren zorgwekkend ? Als stelregel hanteer ik dat een scheur die niet aan beide kanten van de muur zichtbaar is buiten de zorgwekkende categorie valt zolang je er je hand niet diep in kan steken. Is een scheur door en door en kan je er door van binnen naar buiten of andersom kijken, dan heb je mogelijk een probleem en helemaal als de muur uit het lood staat. Vaak kom je scheuren tegen in de hoek van een lange gevel en een topgevel. Een en ander kan vaak nog ingrijpend worden opgelost door middel van het aanbrengen van muurankers met trekstangen of trekbalken of het bouwen van steunberen.
Wil je weten of de muren zich opnieuw gezet hebben en er geen risico is op verdere scheurvorming, sla dan een houten spietje in een of meer scheuren. Blijft dat na een lange periode van bv 1 jaar nog vast zitten, dan zal de scheur in het algemeen niet breder worden en is het tijd om de scheur opnieuw te voegen. komt de spie al snel los te zitten, dan is de scheur nog in beweging en moeten er mogelijk maatregelen getroffen worden om de muur of muren te stabiliseren.
Heel veel van
woningen en boerderijen die tijdens de grote bouwgolf van 1840-1860 werden
gebouwd, hebben in de gebruikte specie geen hydraulisch bindmiddel ( kalk of
cement) . Deze specie bestaat uit een mengsel van zand en leem en is niet
waterbestendig. Met name de muren die op het ( zuid-) westen zijn gericht
vertonen vaak diep uitgespoeld voegwerk, dat na 150 jaar om renovatie
schreeuwt. Door artisans opnieuw laten voegen is zeer kostbaar, dus zit er vaak
niets anders op dan de klus zelf ter hand te nemen. Zie hiervoor https://traditioneelvoegenmursenpierres.blogspot.com
Muren met diep
uitgespoeld voegwerk vormen ook de dankbare habitat voor vogels, hagedissen,
slangen, vleermuizen en loires. Vaak
worden holtes tot zeer diep in de muren gemaakt; een paar diepe nesten kunnen
nog geen kwaad, maar een complete mussen zwerm die in je muur verblijft, kan de
muur ernstig verzwakken. Als je een muur met veel vogelnesten toch wil
renoveren, doe dan dat pas na het broedseizoen.
Zelf wilde ik
ooit in de topgevel van een van mijn projecten een doorbraak maken voor een raam.
Maar bij de eerste muuraanraking van het stootijzer begon de hele topgevel al
te bewegen. Dus werd besloten de beide zijden van de muur eerst van nieuw
voegwerk te voorzien, alvorens de percement(doorbraak) te maken. Wat gebeurde
er daarna bij de eerste stoot ? Het stootijzer vloog meteen dwars door de 50 cm
dikke muur heen en met een aantal stenen vloog een hele familie loire mee naar
beneden. Het bleek dus dat loires zich zelfs midden in een ogenschijnlijk
soliede muur een nest kunnen uitbouwen.
Vleermuizen
kunnen ook diep in de muur verblijven. Op een ladderzitje had ik de uiterste
punt van een topgevel opnieuw gevoegd en zat het resultaat er van te bewonderen
toen opeens de aangebrachte specie in mijn gezicht explodeerde; ik had een
vleermuis per abuis ingemetseld en die had met al zijn oerkracht de weg naar
buiten weer gevonden. Sindsdien ben ik langdurig met de tuinslang alle gaten in
een nieuw te voegen muur aan het bewateren om te voorkomen dat ik nog een keer
iets levends zou inmetselen.
16. Eiken balken aangetast door boorders? Vaak helemaal geen probleem , mits op tijd opgemerkt en behandeld!
In ons allereerste project werden we geconfronteerd met een eiken balklaag ( afmeting ca 15x15 cm) , waarvan de buitenzijde flink was aangetast door insecten ( boorders) van verschillende soorten gezien de verschillende soorten boorgaten In alle onwetendheid hebben we de kettingzaag er in gezet om de balklaag te vervangen. Het bleek echter dat de harde kern van de eiken balken nog geheel gaaf was en alleen de buitenste 2 tot 3 cm aangevreten was. Overigens waren er op de vloer geen sporen van houtmeel te vinden. Met mijn gebrek aan kennis betreffende de vele soorten van houtconsumerende larven van boorders had ik het altijd over houtworm en boktor, maar er is een grote verscheidenheid aan insecten die het hout in je woning kunnen aantasten in beperkte maar ook in ernstige mate. De meeste van deze boorders beperken zich tot het spinthout, maar met name de huisboktor kan zich onder vochtige omstandigheden tot in de kern van zelfs eiken hout nestelen. En de larven kunnen zich daar zelfs tot een periode van 10 jaar voeden. De gaten die de boktor maakt bij het uitvliegen kunnen dus pas opgemerkt worden als het hout al in verregaande mate is aangetast.
Van oorsprong waren de zolderverdiepingen - niet geisoleerd en met grote openingen boven de muurplaat tussen de chevrons-blootgesteld aan aan de strenge winters in vroegere decennia. Alle soorten boorders waren niet bestand tegen temperaturen ver onder nul en er waren dus ook geen bestrijdingsmiddelen noodzakelijk. Maar met de klimaatverandering enerzijds en het feit dat veel buitenlanders de zolders van hun Franse huis een woonbestemming geven anderszijds, zijn de omstandigheden voor de boorders aanmerkelijk verbeterd en is alertheid op aanwezigheid van boorders noodzakelijk.
Aangetaste gordingen in de charpente op zolder
worden zelden vervangen, maar 1 tot 2x behandeld met Xylophene en dat is bijna
altijd voldoende om de boorders kwijt te zijn. Mocht je in de jaren
daarna nog houtwormzaagsel vinden, boktorren of klopkevers aan het werk horen, dan is een
herhaling met Xylophene aan te raden. Uiteindelijk raak je ze dan definitief
kwijt.
Het behandelen met xylophene doen wij met een (blok-)kwast. En dat is meestal afdoende en heb je er zelf geen last van. Effectiever is echter het bespuiten met een plantenspuit, want dan komt het gif ook aan de onderkant van de balken dieper in het hout als er nog gaatjes aanwezig zijn. Nadeel daarvan is echter dat je die nevel niet moet inademen en een masker gedragen moet worden.
Als een zolder wordt uitgebouwd tot bewoonbaar oppervlak en je wil de fraaie eiken balken in het zicht houden, dan is het raadzaam zoveel mogelijk van het aangetaste oppervlak weg te krabben, te schaven en glad te schuren voordat de Xylophene behandelingen plaats vinden.
Vaak besluit men
tot het behandelen van de balken met beits om de eiken kleur dieper te krijgen
of met lijnolie. Zelf geven we de voorkeur aan een mix van 1 deel terpentijn ( terebentine)
NB dus niet terpentine ( white spirit) en
2 delen lijnolie ( l huile de lin). Dat geeft de balken een lichtgele fraaie
eikenkleur en is bovendien beschermend tegen houtworm en boktor.
Eiken balken zijn bijna alleen reddeloos verloren als ze door langdurige blootstelling aan vocht verrot zijn of als er merules (huiszwam) op hebben gevestigd en dan moet de oorzaak voor de houtrot eerst weg genomen zijn , voordat er vervangende balken worden aan gebracht. En de merules moeten met de nodige zorg worden verwijderd. Waar de merules tot voor enige jaren alleen voorkwamen in Bretagne en Noord West Frankrijk hebben ze zich door hun hoge mate van besmettelijkheid verspreid tot Midden en Oost Frankrijk.
17. Recyclage : Staldelen die
een tweede leven krijgen
Bij het ombouwen
van een stal tot woonkamer is veelal de vraag : wat doen we met de ruif en de
voederbakken ? Die voederbakken nemen
vloerruimte in beslag en worden meestal gesloopt. De eiken balken met
uitgesleten kettinggaten, waar langer dan een eeuw koeien of paarden vast
gebonden zaten in de stal, zijn karakteristiek en bleken heel geschikt voor het
maken van een unieke trap . Vaak is de ruif al over zijn maximale
houdbaarheidsdatum heen maar zijn de zijbalken nog intact en kunnen als
trapleuning dienen.
Bij ons 1e
project, de grange in Champrobert, hadden we al een offerte binnen van de
lokale smid voor het maken van een stalen trapboom waar de treden op konden
worden gemonteerd. Maar het toeval wilde dat een van onze hulpkrachten een oude
timmerman was met slechts 1 stuk gereedschap : een combinatie van bijl en
hamer, waar hij werkelijk helemaal alles van hout wist vorm te geven. Toen zijn
zoon hoorde wat we met de trap van plan waren, zei hij meteen : dat kan Pa veel
beter, mooier en goedkoper met een houten trapboom.
Toevallig wisten
we dat er beneden in het dal een heel oude stapel met bemoste sloopbalken-
poutres- lagen op het terrein van onze grondverzetter. Hem gebeld of het was
toegestaan daar wat weg te halen: geen probleem. Dus met aanhanger, kettingzaag
en timmerman het karrespoor op naar de deels vergane balken. De timmerman
snapte in eerste instantie niet wat we met een bemoste en aan de buitenzijde al
verrotte poutre wilde, een nieuwe eiken balk was toch veel mooier?
De poutre zaagden
we af op de gewenste lengte , sjorden we op de aanhanger en namen we mee naar
de bouwplaats. Daar hebben we alle losse delen weg gekrabd tot op de keiharde
eiken kern en het uiterlijk met uitstekende knoesten werd steeds fraaier. De
timmerman begon er nu ook lol in te krijgen en zorgde er voor dat er op elke 20
cm een grote hoek uit de stam werd gezaagd , waardoor eenmaal gesteld tussen de
begane grond en de verdiepingsvloer de horizontale vlakken van de hoeken de
bevestigingspunten werden voor de traptreden.
En zo bleef al het hout dat zich in de stal bevond behouden en kreeg het een nuttige en decoratieve functie
Heel veel panden met muren en pierres zijn
voorzien van klimmers tegen de buitengevels.
Een dikke laag klimop van soms tientallen
jaren oud zorgt voor extra isolatie en vormt een habitat voor insecten ,
vogels en allerlei kleine dieren.
De bladverliezende wilde wingerd is vooral
in herfstkleuren een sieraad tegen de gevel en vormt een minder dikke laag dan de
klimop en wortelt ook iets minder snel in oud voegwerk.
Beide klimmers hebben gemeen dat ze heel
snel groeien en dat ze in toom gehouden moeten worden onder de dakgoot. Krijgen
ze de gelegenheid om verder naar boven te kruipen , dan gaan de uitlopers zich
wringen tussen dakpannen of leien. In de opvolgende jaren drukken ze die
gewoon verder omhoog en zelfs uit hun verband, waardoor lekkage kan ontstaan en
ook stuifsneeuw een weg naar binnen weet te vinden.
Kortom, er moet minimaal jaarlijks fors
gesnoeid worden om dit te voorkomen. Snoeien vanaf een ladder is gevaarlijk, dus doe het vanaf een soliede steiger om beide handen vrij te hebben.
Zijn de muren en pierres ooit gebouwd met
een specie die alleen bestond uit leem en zand, dus nog zonder kalk als
bindmiddel, dan is er een risico dat de klimmer gaat wortelen in de voegen,
vooral in muren die in een vochtige omgeving staan en weinig aan de zon
zijn blootgesteld.
Zonder dat het gemerkt wordt, kan de in de
voegen wortelende klimmer diep in de muur penetreren, waardoor de stenen uit
hun verband worden gedrukt en de muur uiteindelijk kan instorten ( zie foto)
Er zijn regio's , zoals de Morvan, waar pas
laat in de 19e eeuw kalk in de bouw werd toegepast. Heeft u een pand dat stamt
uit de jaren 1840-1875 dan is de kans heel groot dat de toegepaste specie een
dankbare voedingsbodem is voor gemakkelijk wortelende klimplanten. Dan wordt u
sterk aangeraden om geen klimop of wingerd tegen de muren te laten groeien.
Indien al aanwezig, dan voorzichtig verwijderen, Bij hardhandig verwijderen is het risico aanwezig dan de buitenschil van de muur er geheel of gedeeltelijk mee wordt uitgetrokken of erger.
Daarna is het raadzaam om de muur opnieuw, en nu met een kalkspecie, te voegen. Zie https://tradtioneelvoegenmursenpierres.blogspot.com
Nota Bene: Naar aanleiding van de (bijna opstandige) commentaren op de titel van deze column op een paar internetfora, er staat duidelijk vermeld : oude muren en pierres. Indien muren later in hun leven hun oorspronkelijke uiterlijk hebben verloren door een crepilaag of nog erger een zg renovatie met een cementspecie, dan heeft dat als een van de weinige voordelen dat klimop en wingerd er geen schade aan toebrengen. Crepi en cement doen afbreuk aan de positieve eigenschappen van muren en pierres gebouwd met een leem-zand specie of een klak gebonden specie.20.Over muurankers, trekstangen,trekbalken en steunberen
Veel oude huizen “en pierres” hebben aan de buitengevel muurankers zitten. Soms een heel eenvoudige stalen X, soms een grote S of met een decoratieve vormgeving. Die muurankers zijn er niet voor de sier , maar hebben een constructieve functie.
Boerderijwoningen hadden veelal slechts de begane grond als bewoning, de zolderverdieping was voor opslag van de oogst. De muren waren meestal slechts ca 4 meter hoog. De meer soliede gebouwde panden werden voorzien van muurankers met trekstangen , bij voorkeur op hoogte van de verdiepingsvloer. Helemaal als het pand op een helling was dit meer regelk dan uitzondering.
Muurankers verbonden met trekstangen zijn er in de eerste plaats om de dragende buitenmuren bij elkaar te houden , muurankers verbonden met trekbalken zorgen er tevens voor dat de hele dakstoel, de charpente, bij elkaar wordt gehouden en bovendien de muren “vast houdt”.
Steunberen hebben als doel het verder uit scheef zakken van buitenmuren te voorkomen en worden ook vaak pas aan gebracht als er tekenen van ernstig uit het lood staan van de muur zichtbaar zijn geworden.Op hellingen komt dit meer voor dan op een vlakke ondergrond.
Een kleine twee eeuwen na de bouw wil het nog al eens voor komen dat muurankers los zijn geraakt van een trekbalk omdat de kopse kant daarvan is gaan door rotten. Heel vaak gaat de bovenkant van de muur dan naar buiten hellen en zijn constructieve maatregelen noodzakelijk om de muur voor verder wijken en instorten te behoeden.
Dat kan zijn door de bestaande trekbalk te voorzien van een langere stalen verbinding met het muuranker, het volledig aanbrengen van een trekstang naast de bestaande trekbalk, eventueel gecombineerd met het bouwen van een of meer steunberen. Dat laatste is een stuk arbeidsintensiever dan het aanbrengen van een trekstang. Die trekstang ligt meestal op het niveau van de verdiepings- ( meestal zolder-) vloer en kan daar hinderlijk zijn als die niet in de vloer kan worden weg gewerkt. Bij mijn eigen projecten verdwenen de trekstangen in een laag lichtgewicht beton.
Die stang moest weg........
Toch maar niet.......
De bijgaande foto’s zijn gemaakt in een cave die verbouwd werd tot keuken. De eigenaar vond die stang tegen het plafond storend en besloot hem te verwijderen : slijptol er op…..en meteen weken beide losse delen (en de buitenmuren!) een aantal centimeters uit elkaar…..de buurman wees de eigenaar er op dat dit een trekstang was die de muren van zijn grange bij elkaar hield….. enige paniek in de tent…..gelukkig een artisan met lasapparaat in de buurt die binnen zeer korte tijd de delen weer aan elkaar wist te verbinden. De moraal hiervan : laat stalen delen in een oud pand altijd zitten als je niet weet wat de functie er van is.
21. Le Rénouee du Japon, de Japanse duizendknoop
een horror plant …...Frankrijk wordt eens wakker !!!
Vanaf eind augustus tot november staat de beruchte Japanse duizendknoop met zijn fraaie blad en witte bloesem in bloei. En pas nu valt het op hoe deze invasieve exoot zich razendsnel verspreid heeft de afgelopen jaren, in elk geval op de route die jk dezer dagen aflegde vanaf Tazilly tot Breda via Luxemburg. Met name in de Morvan kwam ik grote brandhaarden op korte afstanden van elkaar tegen en in mindere mate tot aan Dyon. Daarna meer sporadisch, maar ook in Luxemburg en zelfs in de kademuren centrum Luik, Daarna weer in de bermen ten noorden van Maastricht
Zelf ben ik sedert 3 jaar bezig een haard van deze sloper op eigen erf te bestrijden. De Japanse duizendknoop heeft geen enkele moeite om zich dwars door muren en pierre heen te wortelen en ook een betonnen vloer is er niet tegen bestand.
De verspreiding gaat vooral via de wortelstokken, maar ook via maaisel. Lang is aangenomen dat er geen sprake zou zijn via zaden, maar vrij recent is door de Universiteit van Wageningen aangetoond dat ook verspreiding via zaden in toenemende mate voorkomt. De wortelstokken van jonge brandhaarden gaan meestal niet dieper dan 50 cm onder het maaiveld, oudere wortelstelsels gaan echter vaak tot 3 meter diep en bij verlaging van de grondwaterstand zoals in 2023 in bijna heel Europa gaan wortelstelsels zelfs tot 7 meter diepte.
Waar in Nederland de bestrijding er van in diverse experimentele en dure vormen met regelmaat de actualiteitenrubrieken weet te halen en in het Verenigd Koninkrijk de verkoper van een huis schriftelijk moet verklaren dat de plant zich niet bevindt op het te verkopen perceel, is in Frankrijk tot op heden de de onbekendheid met de gevaren van de plant alom aanwezig.
Zelf kwam ik met een aanhangwagen vol met de uitgegraven wortelstokken en resten van de duizendknoop aan op de dechetterie. Op mijn vraag waar ik deze besmettelijke rotzooi zou mogen lozen werd doodleuk geantwoord : bij het groen afval. Mijn reactie dat dit met deze plantrestanten echt niet zou moeten mogen, werd weg gewaaid. In hoeverre de restanten bij matige compostering nog kiemkracht hebben , weet ik niet. Ik vrees echter met vreze . Gemeentes strooien vaak hun overtollige en kwalitatief slechte compost uit in de bermen en dat zou wel eens de verklaring kunnen zijn voor de snelle opmars.
In Chateau Chinon rukt de plant onder het asfalt door op vanaf de grote parking naar de hoofdstraat en het zal niet lang meer duren totdat de eerste huizen ook binnen de muren met de onsympathieke plant gaan kennismaken.
De vele experimentele bestrijdingsmethoden zijn vaak te duur en zulllen niet in staat zijn de snelle opmars tot een halt te roepen. Voor de particulier is uitgraven van de wortelstokken , het verbranden of verstikken onder zeil de beproefde oplossing. Zoals al jaren geleden in Rotterdam is gedaan : de besmette grond 3 meter diep begraven, een stevig zeil er overheen en weer 2 tot 3 meter zand er over heen. Na een reeks van jaren geen 1000 knoopje omhoog gekomen. Wel is zaak de grond volledig vrij te hebben van haarwortels en ook bij het transport van besmette grond helemaal niets te morsen. Dat laatste is bij mij niet geheel gelukt, dus elk jaar moet ik nog een 4 tot 5 tal jonge planten alsnog uitgraven. Zelf heb ik er een 12 meter diepe droogstaande waterput, die toch al op instorten stond , mee gedempt.
Voor de consument beschikbare herbiciden maken de plant boven het maaiveld wel kapot, maar tasten de dieper geleden wortelstokken maar beperkt aan. Professionele bedrijven hebben echter vaak de beschikking over herbiciden met een grotere concentratie. Maar die middelen niet erger zijn dan de kwaal is maar de vraag….
En ja, de plant is familie van de rabarber, je kan er sla en compote van maken. Varkens en koeien zijn er gek op, maar dat lost de plaag niet op.
Ik ben beschikbaar voor aankoopbegeleiding, beoordeling DDT , ( virtuele) bouwkeuringen inclusief renovatieadviezen *, beoordeling compromis de vente en erfrechtelijk advies. contact bram@van-zanten.com
Eind 2025 , begin 2026 komt er een boek uit onder de titel "En Pierre" waar alle bouwkundige aspecten van panden en pierre ( ook de voegcursus) integraal aan bod komen. Interesse ? Meldt dat per email aan bram@van-zanten.com dan krijgt u tzt bericht
Geen opmerkingen:
Een reactie posten